Zintuigen

Paarden moeten zich als prooidieren steeds bewust zijn van hun omgeving. Ze hebben de grootste ogen van alle landzoogdieren. De ogen bevinden zich aan de zijkant van het hoofd. Hierdoor hebben ze een gezichtsveld van meer dan 350°, waarbij ze ongeveer 65° binoculair zien en de resterende 285° monoculair. Paarden hebben een uitstekend dag- en nachtzicht. Ze hebben een twee-kleuren of dichromatisch zicht. Dat betekent dat ze ongeveer zo zien als een mens met rood-groen kleurenblindheid, waarbij met name rood en verwante kleuren worden waargenomen als groentinten. Paarden hebben een goed ontwikkeld gehoor. De oorschelp van elk oor kan tot 180° draaien, wat ze de mogelijkheid geeft in alle richtingen te kunnen horen zonder het hoofd te bewegen. Het reukvermogen is beter dan dat van mensen maar niet hun sterkste zintuig. Paarden zijn in grotere mate afhankelijk van hun zicht. Paarden hebben een goed evenwichtsgevoel, deels te danken aan hun hoogontwikkelde proprioceptie - het gevoel van waar het lichaam en de ledematen zich precies bevinden. De tastzin is goed ontwikkeld. De gevoeligste gebieden liggen rond de ogen, oren en neus. De voelharen rond ogen en neus mogen niet geknipt worden. Een paard is in staat het landen van een insect, waar dan ook op het lichaam, te voelen. Paarden hebben een goed ontwikkelde smaakzin, dat hen in staat stelt om voer te sorteren, en daaruit het smakelijkste te kiezen; met hun lippen kunnen ze zelfs heel kleine korrels sorteren. Over het algemeen zal een paard geen giftige planten eten, hoewel er uitzonderingen zijn; soms eten paarden toxische hoeveelheden van giftige planten zelfs als er voldoende ander voedsel is.

Snelheid

De hoogste snelheid ooit bij een bereden paard gemeten is 88 kilometer per uur.[5] De meeste paarden halen ongeveer 60 kilometer per uur.

Het paard is een kuddedier en kan zo'n dertig jaar oud worden. De hoogste vermelde levensduur van een paard is 56 jaar.

Gedrag

Paarden leven in kuddeverband, met een duidelijke hiërarchie. De 'familiekudde' wordt meestal geleid door een oudere, ervaren merrie. De kudde telt doorgaans ongeveer twaalf volwassen merries met hun veulens en een paar hengsten. Het merendeel van de onvolwassen hengstveulens komt in de zogenaamde hengstenkuddes terecht. Communiceren doen ze op verschillende manieren, zoals door het maken van geluiden als hinniken, en ook met lichaamstaal. Veel paarden worden onhandelbaar als ze in isolatie worden gehouden.

Paarden zijn prooidieren met een sterke vecht-of vluchtrespons. Hun eerste reactie op een bedreiging is meestal schrikken en vervolgens vluchten. Wanneer de vlucht onmogelijk is of wanneer hun jongen worden bedreigd kunnen ze zichzelf verdedigen. Paarden zijn meestal erg nieuwsgierig. Wanneer ze schrikken, nemen ze vaak een moment om de oorzaak van de onrust vast te stellen. Ze vluchten niet altijd als ze de oorzaak van de schrik als niet-bedreigend zien.

De meeste lichte paardenrassen zijn geselecteerd op snelheid, behendigheid, alertheid, en uithoudingsvermogen; natuurlijke eigenschappen die ze hebben geërfd van hun wilde voorouders. Door selectief fokken zijn sommige rassen heel geduldig, met name de koudbloed trekpaarden, maar ook de temperamentvollere Berbers worden geroemd om hun volgzaamheid.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb